Tegen de tijd dat Johnny Cash in 1971 zijn iconische album ‘Man in Black’ uitbracht, was de internationale superster gebroken, met holle ogen en uitgewrongen – vaak verscheurd tussen Jesus en de ‘Cocaine Blues’. Dit vertelt het waargebeurde verhaal van de spirituele zoektocht van een muzieklegende en zijn ultieme terugkeer naar een ‘onwrikbaar geloof’.